GRONINGEN – De Miljoenennota die het demissionaire kabinet gistermiddag presenteerde, is feitelijk een pas op de plaats. Het is hoog tijd dat er een nieuwe regering komt die doorpakt. Groningen wil graag met de buurprovincies doorzetten met de waterstofeconomie, de duurzame landbouw en groene mobiliteit.
Dat is de reactie van het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen. De waarde van deze Miljoenennota is beperkt, stelt het College. Ondanks de extra miljarden die er instaan voor de woningmarkt, het onderwijs en klimaatveranderingen. ‘Dat valt onder de categorie ‘doen wat nodig is’. Een nieuw kabinet moet een langtermijn-visie op tafel leggen en daar beleid voor maken’, zegt René Paas, commissaris van de Koning, namens het College.
Paas zei vorig jaar dat hij uitkeek naar een Troonrede waarin Groningen niet meer wordt genoemd vanwege de bevingsschade na de gaswinning. Ditmaal zei de Koning dat Groningers onrecht is aangedaan en dat de afhandeling van aardbevingsschade te lang stroperig is geweest. Er zijn fouten gemaakt en die moeten hersteld worden.
Met deze woorden is het de 7e Troonrede waar Groningen in voorkomt. Paas: ‘Die excuses staan. Maar het werk is nog lang niet klaar. En ik zou liever zien dat we in één adem worden genoemd met een extra impuls voor waterstof of wind op zee. Dat zou bijvoorbeeld betekenen dat de versterking op stoom is.’
Groningen heeft ambities op het gebied van waterstof, duurzame landbouw en groene mobiliteit. Samen met de provincie Drenthe, Friesland en Overijssel ligt er ook een aanbod voor de Lely- en de Saksenlijn, in combinatie met woningbouw en economie. Zolang het kabinet demissionair is, blijft onduidelijk hoe ‘Den Haag’ daar op zal reageren.
Het demissionaire kabinet hakt in de Miljoenennota geen knoop door om meer wind op zee te wekken. Uitbreiding van het elektriciteitsnetwerk en besluiten over aan- en afvoer van groene stroom van toekomstige windparken komen evenmin aan de orde.
Wat we nu in Den Haag zien, zegt Paas, is te vergelijken met een sur-place op de wielerbaan. ‘Iedereen wacht op de sprint die aangetrokken wordt. Dan gaat er pas echt wat gebeuren.”
Ingezonden