BOURTANGE – Zondagmiddag staken Opperrabbijn Binyomin Jacobs en burgemeester Jaap Velema op het Marktplein in Bourtange de Chanoekakandelaar aan.
Dit jaar is het van ’s avonds 18 tot en met 26 december Chanoeka. De viering werd zondagmiddag na zonsondergang in Bourtange geleid door Opperrabbijn van het Interprovinciaal Opperrabbinaat (IPOR): Binyomin Jacobs. Het was voor de 33ste keer dat Chanoeka in Bourtange gevierd werd, waarvan 30 keer met Opperrabbijn Jacobs. Na afloop kwamen de aanwezigen samen in het Landshuys waar onder anderen koosjere broodjes werden genuttigd. Deze zijn vandaag door mevrouw Hennie Helwig – Kosses uit Noordwijkerhout bij een bakker in Amsterdam gehaald. Samen met haar echtgenoot is zij, als penningmeester van de Vereniging Vrienden van de Synagoge Bourtange, bij de viering aanwezig.
Chanoeka
Chanoeka is een 8-daags joods feest dat ook wel bekend staat als ‘het feest van de lichtjes’. Het draait om Juda de Maccabeër, een man uit een familie van hogepriesters. Juda leefde in het Hellenistische tijdperk, toen de Joden wat betreft hun geloofsbelijdenis zwaar onderdrukt werden. Het kwam zelfs zover dat de Seleucidische Grieken de Tempel in Jeruzalem ontwijdden door op het altaar een varken te offeren, een dier dat voor Joden onrein is volgens de spijswetten. Ook wilden de Grieken een beeld van Zeus in de Tempel neerzetten.
Een groepje onder leiding van Juda besloot terug te slaan. Zij kregen steeds meer aanhangers en ze wonnen steeds meer stukken land terug uit de handen van de vijand. Toen ze echter de Tempel weer binnenkwamen, zagen ze dat de Grieken alles hadden vernield. De hoge menora (de zevenarmige kandelaar) die in de Tempel stond was door de Grieken omgegooid en moest weer rechtop gezet worden.
De priesters merkten dat er geen oliekruiken meer waren, ze vonden echter nog een klein kruikje, met daarin nog net genoeg olie om de menora één dag te laten branden.
De menora werd aangestoken en de Tempel werd her ingewijd. De priesters konden echter geen ritueel gezuiverde olijfolie vinden om de menora te laten branden. En hier begint het wonder. De volgende dag was het kruikje opeens weer vol. Dat gebeurde ook de volgende acht dagen. Op een wonderbare wijze was de kleine hoeveelheid olie uit het gevonden kruikje dus voldoende voor acht dagen, de tijd die nodig was om nieuwe olie te persen en te zuiveren.
Daarop vierden de hogepriester, priesters, Makkabeeën en het gewone volk een groot feest en de hogepriester stelde dit feest in op dezelfde tijd van het jaar, de maand kislew, opdat de Joden deze wonderlijke gebeurtenis niet zouden vergeten.
Daarom vieren de Joden jaarlijks vanaf de 25e kislew het feest van Chanoeka, dat ‘Herinwijding’ betekent. Deze maand valt ongeveer samen met de tweede helft van november en de eerste helft van december.
Tijdens Chanoeka zijn het aansteken van kaarsjes in de chanoekia, eten van soefganiot en latkes, uitdelen van Chanoeka-geld of cadeautjes en het spelen met de dreidel de voornaamste gebruiken.
Foto’s: Jan Glazenburg
HIER vindt u meer foto’s