TER APEL – Vandaag was de tweede dag van Middeleeuws Ter Apel. Naast het riddergevecht en de middeleeuwse ambachtsmarkt was er dit jaar ook een modeshow met middeleeuwse kleding.
Tijdens de presentatie van de modeshow werd uitgelegd wat men in de middeleeuwen droeg en waarom. Ook werd iets over de stoffen en borduursel verteld. De verschillende hoofdbedekkingen uit de middeleeuwen kwamen ook aan de orde.
De kleding was niet alleen praktisch en functioneel maar had ook een status. De kleding is de middeleeuwen was eveneens onder de rijken erg kleurrijk.
De armen sponnen of weefden de stof en maakten hun kleding zelf. De mannen droegen een tuniek tot boven hun knieën. Daaronder zaten beenkappen of een maillot. Over het hoofd en de schouders werd een soort capuchon gedragen, voor bescherming tegen de wind en de regen. Vrouwen droegen een langere tuniek dan mannen, kinderen zagen er meestal ongeveer hetzelfde uit als de ouders qua kleding.
De kleding van de armen kende eigenlijk geen mode, die van de adel wel. Overal in Europa pronkte de adellijke mensen met hun mooie kostuums en pakken, meestal gemaakt van de duurste materialen zoals zijde en fluweel. De mannen en vrouwen van de adel droegen mantels of capes in de Middeleeuwen. In de bovenkleding zaten gaatjes zodat de kleding daaronder ook goed te zien was. De jurken en rokken van de vrouwen reikten altijd tot over de enkels en getrouwde vrouwen bedekten meestal hun haar.
De kleren van de mensen in de Middeleeuwen vertelden niet alleen iets over hun rijkdom en macht maar ook iets over hun werk. Een monnik droeg een habijt, waaraan je kon zien dat hij een monnik was en in het klooster woonde, een smid droeg een leren hemd waardoor er geen hete ijzerresten op zijn kleding konden springen, boeren droegen gewone maar functionele landbouwkleding, dit werd niet snel vies en het scheurde ook niet zo snel.
Ingezonden door André Dümmer