Opiniestuk Ton van Kesteren: Verduurzaming leidt tot tegenovergesteld resultaat van wat men ermee beoogt

Foto: PVV Groningen

GRONINGEN – Uiterlijk op 1 januari 2026 zal de Groningenwet in werking moeten treden. In een jaarlijkse rapportage over ‘de Staat van Groningen’ zullen de resultaten en de effecten van het uitgevoerde beleid worden weergegeven. Raden en Provinciale Staten van Groningen kunnen de komende maanden nog reflecteren op de hoofdlijnen en uitwerking van ‘de Staat van Groningen’, die in de definitieve Groningenwet zullen worden opgenomen.

Het gaat hierbij om de hoofddoelstellingen schadeherstel, versterking, verduurzaming en brede welvaart. Over de hoofddoelstellingen verduurzaming en brede welvaart is scepsis op zijn plaats, omdat de uitvoeringsmaatregelen van deze hoofddoelstellingen zullen leiden tot tegenovergesteld resultaat van wat men ermee beoogt, namelijk geen brede welvaart maar brede armoede. Wat ook zorgen baart is dat wordt voorgesorteerd op het feit dat toekomstige kabinetten, bewindspersonen en zelfs de Tweede Kamer gebonden zullen zijn aan het inhoudelijke en financiële commitment dat met de regio is aangegaan.

Voor wat betreft schadeherstel, versterking en streven naar brede welvaart is dat legitiem, omdat deze hoofddoelstellingen recht doen aan de provincie Groningen en aan alle Groningers die zijn gedupeerd vanwege de decennialange aardgaswinning uit het Groningenveld. Maar met betrekking tot de hoofddoelstelling ‘verduurzaming’ is dat allerminst het geval, omdat deze hoofddoelstelling allesbehalve in het belang is van de provincie Groningen en de Groningers.

In het kader van verduurzaming wordt ingezet op elektrificatie van de samenleving en moet worden gestopt met fossiel. Volledige elektrificatie van de samenleving is echter onmogelijk zonder fossiel. En ondanks die kennis wordt de schaarse ruimte en het weidse Groningse landschap, tegen beter weten in, zoveel mogelijk ingericht voor zon- en windindustrie om de hoofddoelstelling verduurzaming te kunnen halen.

Het huidige energiebeleid is onrealistisch omdat het te veel gericht is op de energietransitie waarbij geen plaats meer is voor fossiele energie. Tenzij we als samenleving bewust kiezen voor aanzienlijk minder welvaart en brede armoede. Ook de uitvoeringsmaatregelen voortvloeiend uit het huidige klimaat- en stikstofbeleid hebben voor met name de agrarische sector en het MKB rampzalige gevolgen.

Daarom moeten de uitvoeringsmaatregelen van de energietransitie en het klimaat- en stikstofbeleid vooral niet leidend zijn in de uitvoering en invulling van Nij Begun. De miljarden euro’s die zullen worden gereserveerd voor de ereschuld aan Groningen en de Groningers moeten uiteindelijk niet leiden tot een tegenovergesteld resultaat, namelijk tot brede armoede.

Wat nodig is voor de noordelijke regio is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van politiek, openbaar bestuur, maatschappelijke organisaties die, zonder eenzijdige partijpolitieke kleur, rekening houden met de noden en wensen van onze inwoners.

Verduurzaming van de sociale- en economische ontwikkeling behelst armoedebestrijding voor onze inwoners en aandacht voor onze ondernemers. Dat betekent een goed besteedbaar inkomen, lagere lasten en belastingen en betaalbare prijzen voor benzine, energie en de dagelijkse boodschappen. Dat betekent economisch perspectief en overlevingskansen voor de visserij, de landbouw en het MKB.”

Ton van Kesteren, Statenlid en senator

Ingezonden

Op het beeldmateriaal op de website van RTV Westerwolde rusten auteursrechten.