GRONINGEN – De WW-uitkeringen namen in april af in Groningen. Dat heeft deels te maken met een lagere instroom van nieuwe uitkering. Ook vonden meer mensen hun weg naar werk vanuit de WW. De meerderheid van deze werkhervatters vanuit de WW blijft langdurig aan het werk. Uit recent onderzoek van UWV blijkt nu dat 73% van de mensen, die in 2021 vanuit de WW een baan in loondienst vonden, meer dan een jaar aan het werk blijft. Dit percentage is hoger dan voor de coronacrisis.
Eind april ontvingen 5.967 inwoners van de provincie Groningen een WW-uitkering. Dat is 1,8% van de Groningse beroepsbevolking. In april nam het aantal WW-uitkeringen in Groningen af met 3,9% (240 uitkeringen). Er kwamen 619 nieuwe WW-uitkeringen bij. Daar tegenover stonden 859 uitkeringen die werden beëindigd. Een groot deel van de beëindigde uitkeringen had te maken met het vinden van werk. Het aantrekken van seizoenswerk speelt een belangrijke rol in de daling van de WW in april. De grootste afname van het aantal WW-uitkeringen kwam dan ook vanuit de uitzendsector, waar vooral minder bouwarbeiders, schilders, medewerkers hoveniersbedrijf en heftruckchauffeurs een uitkering ontvingen. Maar ook sectoren als vervoer & opslag, bouw en chemische industrie lieten een afname van het WW-bestand zien.
Werkhervatters langdurig aan het werkWerkhervatters vanuit de WW blijven veelal langdurig aan het werk. Dit blijkt uit het rapport Aan het werk blijven na de WW. UWV bekeek de werksituatie van 203.000 mensen van 25 tot en met 62 jaar die kort na het beëindigen van hun WW-uitkering in 2021 in loondienst werkten. Van deze groep bleef 73% langer dan een jaar achter elkaar aan het werk, al dan niet in een andere baan. Dit is een hoger percentage dan in 2018 (69%), 2019 (65%) en 2020 (68%). De stijging hangt waarschijnlijk samen met het economisch herstel na de coronacrisis en de toegenomen krapte op de arbeidsmarkt. Van deze 203.000 werkhervatters wonen er 8.800 in de arbeidsmarktregio Groningen. In het onderzoek gaat het over landelijke cijfers en worden verder geen cijfers opgesplitst naar arbeidsmarktregio.
Ook meerderheid uitzendkrachten blijft langdurig aan het werkDe meeste mensen die vanuit de WW werk vinden, hebben een tijdelijk contract of werken als uitzendkracht. Van de mensen met een tijdelijk contract bleef 78% langer dan een jaar achter elkaar aan het werk. Bij uitzendcontracten wordt een groter deel van de contracten in de eerste 12 maanden beëindigd. Werkhervatters kunnen hierdoor één of meer maanden zonder werk zitten. Toch bleef ook onder uitzendkrachten ruim de helft (61%) langer dan een jaar aan het werk na werkhervatting vanuit de WW. Het lagere percentage langdurige werkhervatting houdt waarschijnlijk verband met het feit dat werkgevers vaak uitzendkrachten inzetten om meer flexibiliteit te hebben in de personeelsomvang, bijvoorbeeld vanwege seizoenswerk of tijdelijke fluctuaties in de hoeveelheid werk en schommelingen in de bedrijfsdrukte. Ook komt het regelmatig voor dat uitzendkrachten zieke of om andere reden afwezige werknemers vervangen. Hierdoor blijven uitzendkrachten minder vaak voor langere duur in dienst bij een werkgever.
Leeftijd speelt geen rol bij langdurig werk na WWHoewel 55-plussers gemiddeld langer werkloos zijn dan andere leeftijdsgroepen, blijkt uit het onderzoek dat leeftijd geen invloed heeft op de duur van de werkhervatting vanuit de WW. Mensen van 55 tot en met 62 jaar die vanuit de WW in loondienst aan het werk gaan, blijven net zo vaak langdurig aan het werk als jongere mensen. Andere groepen blijven wel minder vaak langdurig werken na werkhervatting vanuit de WW. Het gaat dan vooral om mensen die gemiddeld weinig uren per week werken, mensen die het minimumloon verdienen en om mensen met een uitvoerend beroep in de bouw of met een agrarisch beroep. Bij deze beroepen gaat het vaak om seizoensarbeid, waardoor er niet het hele jaar door werk is.
Het volledige rapport ‘Aan het werk blijven na de WW’ kunt u bekijken op https://www.werk.nl/imagesdxa/ami-rapport-aan-het-werk-blijven-na-de-ww_tcm95-457047.pdf Meer informatie over de arbeidsmarkt vindt u op Arbeidsmarktinformatie (werk.nl)
Vergelijkbaar beeld WW in Drenthe en Friesland
In april nam de WW af in alle drie noordelijke provincies. Ten opzichte van vorig jaar is er overal in het Noorden sprake van een stijging van het aantal WW-uitkeringen. UWV verstrekte eind april in Friesland 6.509 WW-uitkeringen; 4,6% minder dan vorige maand. In Friesland was het aantal WW-uitkeringen eind april 7,3% hoger dan vorig jaar. Het aantal WW-uitkeringen in de provincie Drenthe nam in april af met 4,3% tot 4.879. Ten opzichte van vorig jaar is er in de provincie Drenthe sprake van een stijging van 5,3%.
Ingezonden door UWV