NIEUW-BUINEN – De Stichting Keramisch Museum Goedewaagen viert haar 35-jarig bestaan met een reeks nieuwe exposities gebaseerd op haar erfgoedonderzoek naar de Nederlandse productiegeschiedenis in de 20e eeuw van de vormgeving in keramiek en glas. 5 Tentoonstellingen belichten hoe Gouda, Leerdam en een banenmotor als de Drents-Groninger Veenkoloniën elkaar troffen. De recente schenking door het Drents Museum van 12 kunstnijverheidsvitrines maken het mogelijk om met name de glasproductie goed te presenteren. Met de exposities eert de museumstichting ook de bijzondere inbreng van met name noordelijke verzamelaars die belangeloos meewerken.
Goedewaagen’s erfgoed
Op keramisch gebied staat het qua design unieke Goudse kunstatelier Goedewaagen-Distel uit de periode 1923-1960 centraal. Grote, recente schenkingen door verzamelaarster Bettie Meines uit Niebert illustreren het in de kunsthistorische literatuur nauwelijks gedocumenteerde belang van de decorkunst die afweek van de andere, Goudse plateelfabrieken. Na de sluiting van het eigen bedrijf in 1997 liet de familie Meines voor haar clientèle bij Royal Goedewaagen een Delfts Blauw gelegenheidsbord van de plaatselijke molen maken. Dat werd het begin voor een enorme verzameling van Goedewaagen-objecten. Aan de hand van de aangelegde registratie en fotodocumentatie kregen simpele lijntekeningen in de fabrieks modellenboeken letterlijk vorm en kleur. Vanaf 2019 doet Betite Meines daarenboven jaarlijks waardevolle schenkingen. In haar grote vitrinekasten zijn de ruimtelijke gevolgen van die schenkingen overigens nauwelijks af te lezen.
Uit de stilaan door het museum zelf opgebouwde collectie aan Goedewaagen wandborden en tegels uit de periode 1923 – 1960 wordt het Goedewaagen-erfgoedverhaal aangevuld in een expositie in 8 nieuw geplaatste tafelvitrines. Design waarin met name hoofdontwerper Willem Hendrik van Norden (1883 – 1978) een dialoog met de 20e eeuwse kunst aangaat. Daarnaast worden de dynamische nieuwe ontwikkelingen in de vormgeving van de jaren 50 en 60 wordt gepresenteerd in de als New Look toen gevierde keramiek van Gouda en Maastricht.
Nanninga’s glaswerk
In Nieuw Buinen’s laatste, grote glasfabriek van VH Meursing leidde de lopende band niet tot behoud van arbeidsplaatsen. Honderden banen gingen in tegendeel verloren. De ter plaatse nieuwe glasfabriek van G. Nanninga aan het Dwarsdiep hield het daarentegen langer vol. Nanninga koos voor de ‘niche’ van kleine gebruiksobjecten, maar ook voor experimenten. Dankzij schenkingen van de familie Nanninga kan verzamelaar Henk Brans vergeleken met de eerste Nanninga-expositie in 2019 weer interessante aanvullingen laten zien. Hij toont nu ook handgeblazen glaswerk van Cees van Olst. Na de sluiting van Nanninga’s fabriek in 1978 ontfermde Van Olst zich over diens machines, gereedschappen en documentatie-archief, inclusief wat Nanninga van VH Meursing had overgenomen. Tot 2014 zou Van Olst in zijn glasmusea in Hoogeveen en Veenhuizen met die collectie aandacht vragen voor het Nieuw-Buiner glaswerk.
Het dubbeltalent Floris Meydam
In een nieuwe reeks van exposities belicht het museum het oeuvre van het dubbeltalent Floris Meydam (1919 – 2011). Deze Leerdammer glaskunstenaar was buiten kijf de belangrijkste leerling van Andries Copier (1901 – 1991) en ook diens opvolger bij de glasfabriek. In de tweede helft van de jaren 50 bracht hij een kolossale productie aan sierglaswerk op zijn naam, maar hij was ook de ontwerper van zoveel gebruiksglaswerk dat het ‘in elk huis staat wel werk van Meydam’ een gevleugelde uitdrukking werd.
In 1952 won Meydam met twee onder motto ingezonden ontwerpen voor keramische vazen een nationale designwedstrijd. Dat werd het begin van een langdurige samenwerking met de Goudse keramiekfabriek WB Regina en haar artistieke bedrijfsleider Maarten Witte van Leeuwen (1924 – 1997). Het museum exposeert voor de periode 1952 – 1962 zijn zeer succesvolle servies 1330 en zijn constructivistischer, iets latere servies 1440. Zeker zo spannend is de vormgeving van zijn sieraardewerk dat in tegenstelling tot zijn feeëriek gekleurde glaswerk een strakkere tonaliteit in het glazuur kreeg. Reden voor plateelfabrikant in hart en nieren Gerrit van der Want om te ijveren voor de toevoeging van kleurrijke decoraties.
Friggo Visser