Toename incidenten in asielopvang: leefbaarheid onder druk, maar spreidingswet biedt perspectief

Foto: Catharina Glazenburg

Het aantal incidenten in opvanglocaties voor asielzoekers is in 2024 met 21 procent gestegen ten opzichte van vorig jaar. Tegelijkertijd groeide de gemiddelde dagelijkse bezetting van deze locaties met 24 procent. Dit blijkt uit het jaarlijkse onderzoek van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC), dat vandaag is gepubliceerd. Ondanks de stijging van het aantal incidenten is het aandeel misdrijven – voornamelijk vermogensdelicten zoals winkeldiefstal – waarin asielzoekers als verdachte betrokken zijn, met 3 procent gelijk gebleven.

In totaal verbleven 106.065 asielzoekers in 2024 enige tijd in een opvanglocatie van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) of in tijdelijke gemeentelijke opvang. Er werden 16.200 incidenten geregistreerd, variërend van verbale en fysieke agressie tot suïcidedreiging of zelfdestructief gedrag. De meeste incidenten worden gepleegd door jonge mannen: 86 procent is man en 65 procent is jonger dan 30 jaar.

Vooral bewoners van amv-locaties – bedoeld voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen – zijn opvallend vaak betrokken bij incidenten. In 2024 ging het om 36 procent van de gevallen, tegen 31 procent in 2023. “Deze jongeren bevinden zich in een kwetsbare positie,” aldus COA-bestuurslid Joeri Kapteijns. “Ze hebben vaak te maken met een gebrek aan stabiliteit, uitzichtloosheid door lange procedures en leven veelal in tijdelijke opvang met weinig privacy.”

Hoge bezetting zet veiligheid en leefbaarheid onder druk

Volgens Kapteijns zorgen de hoge bezetting en de vele tijdelijke opvanglocaties voor extra druk op de leefbaarheid en veiligheid. “We maken ons daarnaast zorgen over een toenemende verharding in de maatschappij, die ook merkbaar is op onze locaties. Toch blijven onze medewerkers zich samen met ketenpartners dagelijks inzetten om de veiligheid en leefbaarheid te waarborgen.”

Bijna de helft van de alleenreizende jongeren verblijft momenteel in noodopvang zoals hotels. Deze situatie belemmert hun ontwikkeling en toegang tot onderwijs. Ook regelmatige verhuizingen zorgen voor extra problemen. Structurele opvang in vaste locaties biedt meer kansen voor begeleiding, onderwijs en integratie.

Spreidingswet: nog niet alles op orde, maar wel vooruitgang

Het COA publiceerde tegelijk met het WODC-onderzoek een tussenbalans over de implementatie van de Spreidingswet, die gemeenten verplicht om opvangplekken beschikbaar te stellen. Volgens de wet moeten gemeenten op 1 juli in totaal 101.500 plekken leveren. Daarvan zijn er op dit moment 74.500 gerealiseerd, zo’n driekwart van de opgave.

Uit de balans blijkt dat bijna driekwart van de 342 Nederlandse gemeenten (deels) aan de opgave voldoet. In de afgelopen anderhalf jaar zijn er 43 gemeenten bijgekomen met een opvanglocatie en zijn er per saldo 10.000 opvangplekken bijgekomen. Het COA verwacht dat er in de tweede helft van 2025 nog eens 7.500 plekken bijkomen, vooral in Limburg, Noord-Holland en Zuid-Holland.

Toch is ongeveer de helft van de opvangplekken nog steeds tijdelijke noodopvang. Volgens COA-voorzitter Milo Schoenmaker is dat verre van ideaal: “Noodopvang is duur, brengt veel onrust, en belemmert onderwijs, zorg en participatie. Maar reguliere locaties ontwikkelen kost tijd, onder andere door vergunningstrajecten, stikstofnormen en bouwcapaciteit.”

Toekomstperspectief: spreidingswet als noodzakelijke stap

Schoenmaker benadrukt dat de Spreidingswet een noodzakelijke stap is richting duurzame opvang. “Er is veel in beweging gezet. We hebben nu een gezamenlijke werkwijze en werken met meer gemeenten dan ooit samen. Toch blijven we afhankelijk van tijdelijke oplossingen. De wet helpt ons om opvang structureel te verbeteren – mits deze gepaard gaat met stabiele financiering.”

Op dit moment zijn er circa 120 grotendeels duurzame locaties met 27.000 plekken in voorbereiding. Daarvan zijn er 24 al in uitvoering. Een deel daarvan dient ter vervanging van bestaande locaties of uitbreiding ervan.

Tot slot wijst Schoenmaker op het potentieel van opvangplekken voor bredere woningoplossingen: “Als we niet-gebruikte opvangplaatsen ook inzetten voor andere woningzoekenden, bouwen we iets waardevols op voor heel Nederland.”

Catharina Glazenburg

Bron: COA

Op het beeldmateriaal op de website van RTV Westerwolde rusten auteursrechten.