Verslag van Ooldrik Modderman van het ommetje rond Beetser Koeln en Ter Borg

Foto ingezonden door Ooldrik Modderman

SELLINGEN – Vanmorgen organiseerde wandelcoach Eltjo Glazenburg een wandeling rond de Beetser Koeln en Ter BorgHieronder het verslag van Ooldrik Modderman.

Wandelbeleving Rondom Beetster Koeln en door Ter Borg op woensdagmorgen 28-09-2022.

Hedenmorgen gingen de Wandelen Werkt wandelaars op pad van uit Sellingerbeetse. Wederom vele wandelaars. Het weer wordt kouder en natter en vanmorgen met mist. Keuze wandelafstanden 8/10 of 12 km. Onder begeleiding van wandelcoaches en 2 wandel fotografen die elke week mooie foto’s maken onderweg.

Start van de wandeling kerkje ‘Opwaarts’ te Sellingerbeetse. Het kerkje wordt niet meer gebruikt en het zou worden afgebroken. Vele vrijwilligers uit de omgeving runnen nu de kerk om deze in stand te houden. Zij organiseren  regelmatig culturele activiteiten zoals exposities, concerten  en bijeenkomsten.

De wandeling langs de Beetserkoeln door prachtige natuur, naar de zandwinning voorheen Kremer zand en grind. We vervolgden ons pa, gelijk Harm Heisa langs zandpaden naar Borgetange en van daar uit terug naar beginpunt  kerkje ‘Opwaarts’.

Informatie over de omgeving:

Historie – Sellingerbeetse:

De aarde was woest en ledig’, dat ging tot halverwege de negentiende eeuw zeker op voor de Sellingerbeetse, de streek was onbewoond. Als het heel nat of heel droog was ,was het een nauwelijks begaanbaar zand- en veengebied. Waar heide volop groeide en bloeide, waar de schaapherder liep en de bijenkorven stonden. Plaggenhutten: Het eerste onderkomen voor mensen in Sellingerbeetse was zeer waarschijnlijk een plaggenhut, die zo rond 1850 werd gebouwd. Langzamerhand kwamen er meer plaggenhutten, maar ook houten keten werden er neergezet voor bewoning. Harm Kremer, die met negotie langs de weg liep, bewoonde zelfs een stuk tramwagen. Plaggenhutten, hutten van boomstammen en heideplaggen om in te wonen, werden vaak in één nacht, gedeeltelijk in de grond, gebouwd. Het was verboden om zomaar ergens een huis te bouwen. Wanneer het lukte om in de ochtend de haard te laten branden, zodat er rook uit de schoorsteen kwam, dan mocht het huisje blijven staan. Bij het gehucht ligt het natuurgebied het Sellingerveld In dat gebied liggen drie grote zandplassen die in de loop der jaren zijn ontstaan door zandwinning, lokaal bekend als de Beetser koeln (Beetserkuilen). Bij de plassen, die nu deels een recreatiefunctie hebben, ligt een camping.

De zandwinning:

Begonnen in 1938. Het is rivierzand dat hier circa 800.000 jaar geleden is afgezet door voorlopers van de Rijn. Het is het oudst zichtbare bodemmateriaal in Westerwolde. Tussen de zandkorrels zit glauconiet, die De Beetserkoele zijn blauwgroene waas geven. Het opgezogen zand wordt schoongespoeld en op korrelgrootte gesorteerd. Het daarvoor gebruikte water stroomt met het glauconiet terug naar het meer. De 30 meter diepe plas is in trek bij dagjesmensen.

Kluizenaar Harm Heisa (Harm Jansen): Rond 1869 kwam de vader van Harm Jansen met zijn eerste vrouw vanuit Duitsland naar de Sellingerbeetse  Ze begonnen er een boerderijtje. De eerste zoon die werd geboren kreeg de namen Harm Hendrik. Kort daarna kwam de jonge moeder te overlijden, vader Jansen nam een Duitse huishoudster in huis waarmee hij later trouwde.  Met haar kreeg hij op 2 januari 1873 een tweede zoon, ze noemden hem Harm. Waar ging het mis: Beide jongens leerden al vroeg dat er gewerkt moest worden, ze pakten alles aan. Na een tijd raakte Harm er van overtuigd dat zijn broer het grootste gedeelte van het verdiende geld in eigen zak stak. Harm zou 300 gulden te weinig hebben gekregen. Toen hij daarna ook nog eens vernam dat zijn broer het bedrijfje van zijn ouders zou krijgen, ging het helemaal mis met Harm. Zwerven: Hij ging weg van huis en wilde niet meer werken, ging zwerven en leefde in een hutje (een gat in de grond met heideplaggen bedekt) in de Beetse.  Maar het liefst was hij buiten, zelfs ’s nachts zwierf hij rond over de zandweggetjes in de Beetse. Als de hut weer eens was afgebrand, wat meerdere malen gebeurde, zocht Harm onderdak in een boerenschuur of hooiberg. De Beetsers bouwden voor hem een stenen onderkomen, een soort stookhok van drie bij vier meter met aan de achterkant een deur en aan de voorkant een stookplek met schoorsteen. De kerk (Harm was katholiek), gemeente en inwoners van Sellingerbeetse voorzagen hem van kleren, dekens, tabak en eten. Wagenborgen: Ooit dacht de gemeente er goed aan te doen Harm te laten opnemen in het instituut voor geestelijke zorg in Wagenborgen, maar daar wilde Harm niet zijn, hij liep weg en keerde terug naar zijn Beetse. Harm Heisa met zijn onafscheidelijke deken: Harm had altijd zijn onafscheidelijke deken om zich heen, tegen de kou, hij wikkelde zich er in, om even op een beschut plekje, een tukje te doen als hij moe werd. Harm Heisa was een zachtaardige man, deed geen kip kwaad, zonder vijanden, men beschouwde hem als een curiositeit en groette hem vriendelijk als men hem tegenkwam op een landweg tussen de akkers. 28 februari 1956: Harm heeft altijd in de Beetse geleefd en is er op 28 februari 1956 op 83 jarige leeftijd gestorven. De toenmalige pastoor wilde hem zonder franje begraven. Maar een Beetser stak daar een stokje voor, hij betaalde de begrafenis en liet ook bidprentjes drukken, hij kreeg een uitvaart zoals ieder ander.

Verslag gemaakt door : Ooldrik Modderman
Klik HIER voor de foto’s

Wil je ook een keer mee wandelen of vaker stuur dan een mail info@uwwandelcoach.nl dan ontvang je de eerstvolgende nieuwsbrief voor opgave eerstvolgende wandeling.

Op het beeldmateriaal op de website van RTV Westerwolde rusten auteursrechten.