Minister Kuipers: UMCG houdt kinderhartzorg

Foto: Tedo Swarts

GRONINGEN – De minister van VWS Ernst Kuipers heeft vanmiddag bekendgemaakt dat hij van plan is om het UMCG in Groningen en het Erasmus MC in Rotterdam aan te wijzen als centra waarin de zorg voor mensen met aangeboren hartafwijkingen geconcentreerd zal worden.

Het UMCG is heel blij dat de minister de adviezen van de NZa ter harte heeft genomen en het UMCG als een van de twee centra heeft aangewezen. In de afgelopen 75 jaar heeft het Centrum voor Congenitale Hartafwijkingen van het UMCG zich ontwikkeld tot één van de topcentra van Nederland, dat als enige in Nederland ál deze transplantaties verricht: longtransplantaties, hart-longtransplantaties, hart-levertransplantaties én kinderlong- en levertransplantaties.  

Impact

De impact van het eventueel stoppen van de kinderhartzorg zou een onevenredige grote impact hebben gehad op de acute en topreferente zorg in Noord- en Oost-Nederland. Met het behoud van deze onmisbare UMCG- expertise kiest de minister ook nadrukkelijk voor het behoud van de (academische) kindzorg en toegankelijkheid van acute zorg voor Noord- en Oost-Nederland.  

Transitie van zorg goed laten verlopen

We begrijpen dat dit grote impact heeft op de andere centra en op de professionals die daar werken en zullen er alles aan doen om de transitie van zorg goed te laten verlopen.  We hebben er alle vertrouwen in dat we samen met onze collega’s van de andere centra tijdens en na die transitie de de capaciteit en kwaliteit hebben om alle patiënten goede en zorgvuldige zorg te geven. 

Bron: UMCG

Verschillende onderzoeken, rapporten en adviezen hebben door de jaren heen aangetoond dat concentratie van kinderhartchirurgie noodzakelijk is om het risico op vermijdbare complicaties en sterfte te verminderen. Wanneer de operaties in meer dan twee centra uitgevoerd blijven worden, voeren zorgprofessionals te weinig operaties uit om hun vaardigheden op peil te houden en is de bezetting van het zeer beperkt aantal professionals per centrum te laag. Dit zet de kwaliteit en continuïteit van deze zorg onder druk.

Op 16 januari heeft minister Kuipers aan de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) gevraagd om voor 15 februari aan te geven of zij zelf een keuze konden maken op welke 2 locaties deze zorg het beste geconcentreerd kan worden. Vorige week liet de NFU weten zelf niet tot een besluit te kunnen komen. Minister Kuipers heeft daarop vandaag zelf een voorgenomen besluit genomen voor de concentratie van deze interventies. Een definitief besluit wordt genomen nadat betrokkenen hun zienswijze op dit voorgenomen besluit hebben kunnen toelichten.

Minister Kuipers: “De discussie over concentratie van operaties bij patiënten met een aangeboren hartafwijking speelt al dertig jaar, terwijl breed wordt gedeeld dat dit van belang is voor de kwaliteit en toegankelijkheid van zorg. Omdat het veld zelf helaas niet tot een beslissing kon komen, heb ik zelf een voorgenomen besluit genomen. Dit biedt duidelijkheid voor alle betrokken partijen: voor de zorgprofessionals, de bestuurders, maar veel belangrijker nog: voor de patiënt.

UMC Groningen en Erasmus MC

Uit verschillende eerdere rapporten, de impactanalyse van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), gesprekken en informatie van de centra, blijkt dat het Erasmus MC het grootste centrum voor kinderhartchirurgie is. Daar worden nu al de meeste operaties uitgevoerd en ook is daar de personele bezetting het meest ruim. Bovendien komt dit centrum goed tegemoet aan de andere aspecten die zijn beoordeeld om tot dit voorgenomen besluit te komen.

Ook de andere drie centra zouden goed in staat zijn de zorg te organiseren. Maar regionale spreiding en toegankelijkheid van de zorg is een belangrijke factor bij dit besluit, zo blijkt uit de impactanalyse die de NZa presenteerde in december van het afgelopen jaar. Daarom is het van belang dat in het UMC Groningen complexe operaties uitgevoerd kunnen blijven worden. Minister Kuipers heeft daarom gekozen voor het Erasmus MC en het UMCG. Dat betekent niet dat alle zorg voor hartpatiënten in Utrecht en Leiden verdwijnt. In tegendeel: controles, poliklinische afspraken, voor- en nazorg en gesprekken over medicatie kunnen ook na concentratie van operaties voor patiënten plaatsvinden in het vertrouwde ziekenhuis, door de eigen specialist. Dat geldt uiteraard ook voor de acute zorg.

Definitief besluit

Nadat de betrokken UMC’s uiterlijk 27 februari hun zienswijze op dit voorgenomen besluit hebben kunnen geven, wordt een definitief besluit genomen. Vanzelfsprekend is er  tijd nodig om de concentratie van deze zorg goed te regelen. Naar verwachting zal de transitieperiode 2,5 jaar duren. Minister Kuipers stelt in overleg met de NFU een commissie van onafhankelijke, gezaghebbende deskundigen in om de transitie te begeleiden. De impactanalyse van de NZa helpt daarbij om de transitie vorm te geven. De eerste stap is om op korte termijn een duidelijk perspectief voor alle betrokken patiënten en zorgprofessionals te schetsen.

Bron: Rijksoverheid

Op het beeldmateriaal op de website van RTV Westerwolde rusten auteursrechten.