Burgemeester Velema en Opperrabbijn Binyomin Jacobs steken de Chanoekakandelaar aan

Foto: Jan Glazenburg

BOURTANGE – Vanmiddag staken Opperrabbijn Binyomin Jacobs en burgemeester Jaap Velema op het Marktplein in Bourtange de Chanoekakandelaar aan.

Dit jaar is het van 7 tot en met 15 december Chanoeka. De viering werd vanmiddag na zonsondergang in Bourtange geleid door Opperrabbijn van het Interprovinciaal Opperrabbinaat (IPOR): Binyomin Jacobs. De oorlog in Israël en de Gazastrook zorgt bij de Joodse gemeenschap voor spanning. Uit angst voor ongeregeldheden en uitingen van antisemitisme werd bijvoorbeeld de jaarlijkse stille tocht in Groningen, die hoort hij de Kristallnacht-herdenking, geschrapt. Opperrabbijn Binyomin Jacobs riep op om Joodse bijeenkomsten juist wel door te laten gaan, omdat de antisemieten anders hun zin krijgen.

Het is voor de 34ste keer dat Chanoeka in Bourtange gevierd wordt, waarvan 31 keer met Opperrabbijn Jacobs. In Bourtange is nog een synagoge (Sjoel) en is sinds 1990 de Vereniging van Vrienden der Synagoge actief. Deze vereniging dreigde door te weinig bestuursleden ten onder te gaan, maar na een oproep door de 83 jarige voorzitter Willem Fokkens hebben zich negen nieuwe bestuursleden gemeld.

Burgemeester Jaap Velema stak het eerste olielampje, de sjamasj, aan. De overige zes lampjes van de negen armige chanoekia werden door de heer Jacobs aangestoken. Hij leidde ook de dienst. De overige lampjes worden de komende dagen aangestoken, zodat op donderdag de 15e, op de achtste dag, alle lampjes branden. Na afloop kwamen de aanwezigen samen in het ’s Lands Huys, waar onder anderen koosjere broodjes werden genuttigd. Overigens was uit veiligheidsoverwegingen tijdens de dienst politie aanwezig.

Chanoeka

Chanoeka is een 8-daags joods feest dat ook wel bekend staat als ‘het feest van de lichtjes’. Het draait om Juda de Maccabeër, een man uit een familie van hogepriesters. Juda leefde in het Hellenistische tijdperk, toen de Joden wat betreft hun geloofsbelijdenis zwaar onderdrukt werden. Het kwam zelfs zover dat de Seleucidische Grieken de Tempel in Jeruzalem ontwijdden door op het altaar een varken te offeren, een dier dat voor Joden onrein is volgens de spijswetten. Ook wilden de Grieken een beeld van Zeus in de Tempel neerzetten.

Een groepje onder leiding van Juda besloot terug te slaan. Zij kregen steeds meer aanhangers en ze wonnen steeds meer stukken land terug uit de handen van de vijand. Toen ze echter de Tempel weer binnenkwamen, zagen ze dat de Grieken alles hadden vernield. De hoge menora (de zevenarmige kandelaar) die in de Tempel stond was door de Grieken omgegooid en moest weer rechtop gezet worden.

De priesters merkten dat er geen oliekruiken meer waren, ze vonden echter nog een klein kruikje, met daarin nog net genoeg olie om de menora één dag te laten branden.

De menora werd aangestoken en de Tempel werd her ingewijd. De priesters konden echter geen ritueel gezuiverde olijfolie vinden om de menora te laten branden. En hier begint het wonder. De volgende dag was het kruikje opeens weer vol. Dat gebeurde ook de volgende acht dagen. Op een wonderbare wijze was de kleine hoeveelheid olie uit het gevonden kruikje dus voldoende voor acht dagen, de tijd die nodig was om nieuwe olie te persen en te zuiveren.

Daarop vierden de hogepriester, priesters, Makkabeeën en het gewone volk een groot feest en de hogepriester stelde dit feest in op dezelfde tijd van het jaar, de maand kislew, opdat de Joden deze wonderlijke gebeurtenis niet zouden vergeten.

Daarom vieren de Joden jaarlijks vanaf de 25e kislew het feest van Chanoeka, dat ‘Herinwijding’ betekent. Tijdens Chanoeka zijn het aansteken van kaarsjes in de chanoekia, eten van soefganiot en latkes, uitdelen van Chanoeka-geld of cadeautjes en het spelen met de dreidel (tol) de voornaamste gebruiken.

Foto’s: Jan Glazenburg

HIER vindt u meer foto’s

Op het beeldmateriaal op de website van RTV Westerwolde rusten auteursrechten.